Dementie en meedoen

‘IK HEB EEN VLEKJE’

Een avond bij Alzheimer Nederland. Ik geef regelmatig een inkijkje in leven met een haperend geheugen in een van de Alzheimercafés.

Bij de start van mijn lezing vraag ik wie er in de zaal aanwezig zijn. Zijn er mensen met dementie? Soms schrikken mensen van die vraag. ‘Dat zeggen ze natuurlijk niet’ is dan de reactie. Een van de redenen van mijn openlijk delen: het taboe verminderen.

Schrikken was hier niet aan de orde. Twee mensen steken hun hand op. Een vrouw rechts in de zaal en een meneer in het midden. ‘Dan hoor ik bij jullie’ is mijn reactie.
Mijn ogen richten zich tijdens de lezing regelmatig naar hen. Emoties zijn van hun gezichten te lezen. De zaal is zoals gewoonlijk stil en onder de indruk. Vragen komen later pas op.

In de pauze spreek ik de vrouw van meneer. ‘Ik heb veel aan uw boek gehad om mijn man beter te begrijpen. Maar nu zit mijn man hier en vindt hij het verhaal een warboel. Hij wil deze feedback zo aan u geven.’

Zo begrijpelijk deze reactie. Voor mensen met dementie zijn woorden snel te veel en niet meer te volgen. Om die reden ondersteun ik mijn verhaal met foto’s. Ik nodig mw uit haar man de ruimte te laten het te delen.
Meteen na die opmerking komt de man voor me staan. We raken in een ons-kent-ons gesprek. Zijn eerdere reactie lijkt vergeten.

‘Ik heb de diagnose Alzheimer gekregen en heb nu dus een vlekje. Ik weet niet of de maatschappij mij zal accepteren.’ Na deze opmerking vraagt de gespreksleider ons gesprek, omdat ze het zo waardevol vindt, voort te zetten voor de zaal met microfoon. Meneer stemt toe.

Het werd de mooiste afronding sinds ik met mijn verhaal reis. ‘Wij gekkies’ betitelde meneer ons. We konden zijn vraag voorleggen aan de zaal en hij kon met hen delen dat geluk nog altijd in zijn leven was.
‘Mijn hoofd werkt niet meer als voorheen’, zegt meneer terwijl zijn rechter hand op zijn hart ligt. ‘Ja herkenbaar een hoofd wat hapert’ zeg ik, ‘Uw hart spreekt daarentegen volop heb ik de indruk.’
Zijn vrouw roept uit de zaal ‘Ja mijn man heeft een groot hart.’

‘Ik doe er toch nog toe.’ zegt meneer naar de afsluiting.
Mevrouw maakt foto’s van ons. Het is meneer die vindt dat het boek ook op de foto moet. ‘Jullie lijken wel een verliefd stel.’ zegt mevrouw. Ze geniet er zichtbaar van.

Ja verliefd werd ik.

* Ik kreeg toestemming de foto’s te delen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *